Henry Ford was een Amerikaanse uitvinder en ondernemer. Hij maakte de auto beschikbaar voor iedereen. Als grondlegger van de massaproductie zorgde hij ervoor dat de auto goedkoper geproduceerd kon worden. Daarvoor konden enkel de happy few een wagen betalen..
In dit artikel leer je de ondernemer en uitvinder Henry Ford beter kennen. Ook lees je over het ontstaan van ‘de lopende band’, die massaproductie mogelijk maakte.
Henry Ford (1863-1947) werd geboren in 1863 in Detroit. Hij startte in 1902 zijn allereerste automobielfabriek: de Detroit Automobile Company. Gezond bleek dat bedrijf niet te zijn, want het ging al snel failliet.
Ook zijn tweede bedrijf, de Henry Ford Company, was eenzelfde lot beschoren. Het was pas bij zijn derde bedrijf onder de naam Ford Motor Company dat Ford het gehoopte succes oogstte. Zijn Ford-T uit 1908 sloeg aan. Het was de allereerste auto ooit die van de band rolde.
Massaproductie was de sleutel tot zijn succes om de auto bij een breed publiek toegankelijk te maken. Daarvoor ontwikkelde hij een nieuwe techniek: de lopende band. Inspiratie zou hij gekregen hebben bij een bezoek aan een slachterij in Chicago. Een lijn vervoerde karkassen doorheen de slachterij. De arbeiders sneden telkens een onderdeel van het karkas af.
Forde herdacht dit principe, zodat het ook voor auto’s gebruikt kon worden. De eerste assemblagelijn realiseerde hij in 1913 en was bestemd voor de bekende T-Ford. Toegegeven: we weten ondertussen dat er al voor Ford bedrijven gebruik maakten van een soort van lopende band.
Wellicht wordt deze uitvinding aan hem toegeschreven door de enorme populariteit van zijn Ford-T. Een touw trok het chassis van de wagen door heel de fabriek. Arbeiders stonden langs deze ‘band’ en monteerden telkens een specifiek onderdeel op de auto. Toen Ford stopte met de productie van deze wagen, kostte die maar $ 380. Dat was toen erg weinig voor een auto.
Ford maakte hierdoor van de auto een betaalbaar vervoermiddel. Daarvóór kon enkel de ‘happy few’ deze auto kopen.
Het idee van de lopende band was vernieuwend. Het idee om de prijs van een auto laag te houden door deze op grote schaal te produceren, was helemaal nieuw. Ford stapte dan ook af van het maatwerkidee. Elke consument kocht dezelfde Ford-T. Eenvoud stond centraal. Onderstaand citaat dat bijna iedereen kent, illustreert dit goed.
‘Any customer can have a car painted any colour that he wants as long as it is black.’ (Vertaling: elke klant kan een auto krijgen in de kleur die hij wil, zolang het maar zwart is.)
De lopende band waarmee Ford de auto voor het brede publiek toegankelijk maakte, was er niet onmiddellijk. Ook Ford produceerde auto’s die op één plek werden gemonteerd. Auto’s werden in die tijd dus één voor één gemaakt. Hierdoor duurde het lang om een auto te maken. Met als gevolg dat de kostprijs hoog was.
In een volgende stap zette Ford de auto’s op banken. Men verplaatste deze banken van het ene team naar het andere team. Hoewel dit al de productietijd deed dalen, duurde het nog altijd best lang om een auto te maken. In dit stadium had Ford bijgevolg nog altijd nood aan geschoolde arbeidskrachten. Ook was het productieniveau nog te laag en de auto dus te duur.
De productiviteit moest dus hoger liggen. Een eerste stap naar automatisering zette Ford door het uitvinden van machines, die ervoor zorgden dat er op korte tijd grote hoeveelheden auto’s geproduceerd werden. Massaconsumptie door massaproductie was immers Fords motto.
Die allereerste machines zorgden ervoor dat Ford de productie kon verhogen, maar hij was nog altijd afhankelijk van geschoolde arbeiders. Om het productieniveau nog te verbeteren en nog minder afhankelijk te zijn van dure werknemers was een verdere verfijning van het productieproces nodig. Ford zette daarbij volgende stappen:
De laatste stap was een bewegende assemblagelijn. Die maakte het mogelijk dat een naakt chassis langsheen de lijn verschillende werkstations passeerde. Helemaal op het einde van de lijn rolden de afgewerkte wagens van de band.
De lopende band was revolutionair. Ford sloeg erin om elke 93 minuten een nieuwe auto van de band te laten rollen. Dat was in die tijd erg snel.
De winst die hij hiermee genereerde streek hij niet helemaal zelf op, want Ford was genereus. Ford koos er resoluut voor om het loon van zijn arbeiders meer dan te verdubbelen. Zijn werknemers kregen maar liefst $ 5 in plaats van de destijds marktconforme $ 2,34 per dag. De Wall Street Journal noemde dit destijds een economisch misdrijf.
Die felle loonsverhoging deed Ford natuurlijk niet voor niets. Het zorgde ervoor dat zijn medewerkers, die deel uitmaakten van de middenklasse kapitaalkrachtiger werden. Logisch, want het was natuurlijk die middenklasse die zijn auto’s kocht. Andere bedrijven konden natuurlijk niet achterblijven, waardoor de hele middenklasse erop vooruitging en … Ford meer auto’s verkocht.
In 1927 werd de Ford-T opgevolgd door de Ford-A. Dit was een veel modernere auto met een 4-cilindermotor. Deze wagen was wel minder succesvol dan zijn voorganger, maar dat heeft ongetwijfeld te maken met de toegenomen concurrentie. Ford voelde ondertussen de hete adem van Chevrolet die een auto met 6-cilindermotor op de markt bracht. En dan moesten na de tweede wereldoorlog, de Japanse auto’s nog op de markt komen…
Psychologische veiligheid
Wat is betrokkenheid?