Abraham Maslow heeft het vaste leerproces, dat mensen doorlopen, ontrafeld in 1954. Hij heeft dit leerproces in vier fases onderverdeeld. Deze fases geven aan hoever iemand bewust of onbewust is van de eigen (on)bekwaamheid. Samen kennen we ze vandaag als de ‘leercurve van Maslow‘.
Dit geldt zowel voor de vaardigheden als de competenties die iemand onder de knie moet hebben voor een specifieke job.
Visueel uit dit leerproces zich in de befaamde leercurve van Maslow. In dit artikel lees je:
- Wat de verschillende fases van het leerproces zijn.
- Hoe de leercurve je helpt met jouw ontwikkeling.
De leercurve van Maslow
De leercurve van Maslow beschrijft de 4 stappen die je doorloopt wanneer je iets aanleert. Je doorloopt de leercurve zowel bij het aanleren van een nieuwe vaardigheid en competentie als ook bij het opdoen van nieuwe kennis en het vertonen van nieuw gedrag.
In vakliteratuur wordt ook op volgende manieren naar de leercurve van Maslow verwezen:
- de leercirkel van Maslow;
- het bewustwordingsmodel (van Maslow).
Waar iemand staat in het leerproces wordt gemeten door hoe ‘bewust’ en hoe ‘bekwaam’ de persoon is. Grofweg ontstaan er hierdoor 4 fases in het leerproces.

De 4 leerfases uit de leercurve van Maslow krijgen ook de naam op basis van de twee parameters ‘bewustzijn’ en ‘bekwaamheid’:
- Onbewust onbekwaam (rode fase);
- Bewust onbekwaam (oranje fase);
- Bewust bekwaam (gele fase);
- Onbewust onbekwaam (groene fase).
Laat ons nu deze 4 fases van dichterbij bekijken.
De rode fase: onbewust onbekwaam
Dit is de eerste fase in de leercurve van Maslow. Je bent dan onbewust onbekwaam. Anders gezegd: je weet niet wat je niet kan/weet.
Dit kan je eigenlijk ook beschrijven aan de hand van het Dunning-Kruger effect. Dit effect uit de psychologie gaat ervan uit dat mensen die van een proces, competentie, nieuwigheid, … weinig weten het ook aan capaciteit ontbreekt om te beseffen dat ze er weinig vanaf weten.
Het gevolg is dat deze mensen hun eigen domheid niet bevatten. Ze zijn dus onbewust van de eigen onbekwaamheid.
De oranje fase: bewust onbekwaam
Dit is de tweede fase in de leercurve van Maslow. Je bent dan bewust onbekwaam. Anders gezegd: je weet dat je iets niet kan/weet.
In deze fase krijg je een keuze:
- Wil je dit kunnen of weten?
- Of niet?
Afhankelijk van je keuze zal je het leerproces verder doorlopen.
Als je beslist om bepaalde kennis te verwerven, betekent dit dat je zal moeten kennis verwerven en oefenen om je een bepaalde vaardigheid eigen te maken.
Doorgaans vinden mensen dit de minst leuke fase. Waarom? Je wordt geconfronteerd met je eigen onbekwaamheid. Dat is nooit leuk. Om uit deze fase te komen, zal je moeten beslissen om te leren.
De gele fase: bewust bekwaam
Dit is de derde fase in de leercurve van Maslow. Je bent dan bewust bekwaam. Anders gezegd: je weet dat je iets kan/weet.
‘Oefening baart kunst’. Nee, dit is geen dooddoener, maar een regelrecht feit. Hoe meer je iets doet of oefent, des te beter je er in wordt. Door te oefenen zal je gradueel van de ‘bewust onbekwaam’-fase naar de ‘bewust bekwaam’-fase groeien
Maar je bent je wel bewust dat je nog geen expert bent. Je doet alles heel bewust stap voor stap. Je kan de nieuwe kennis toepassen, maar het is nog geen ‘natuurlijke’ gewoonte geworden.
De groene fase: onbewust bekwaam
Dit is de vierde en laatste fase in de leercurve van Maslow. Je bent dan onbewust bekwaam. Anders gezegd: je weet niet dat je iets kan/weet.
Alle gekheid op een stokje: natuurlijk weet je dat wel. Maar belangrijk is dat je eigenlijk ‘onbewust’ de kennis of nieuw verworven competentie toepast. Met andere woorden: het is een ‘natuurlijke’ gewoonte geworden.
Je herkent deze fase als je op automatische piloot begint te handelen. Je hebt er immers (onbewust) het vertrouwen in dat het wel goed zal komen.
Hoe doorloop je de leercurve?
Of anders geformuleerd: hoe ga je van de ene naar andere fase in de leercurve van Maslow.
Nu je de vier fases kent, wil je natuurlijk weten hoe iemand door heel dit leerproces gaat. Feitelijk hebben we dat hierboven al een beetje weergegeven, maar we stippen de verschillende acties en beslissingen die je moet nemen hieronder aan.
Van ‘onbewust onbekwaam’ naar ‘bewust onbekwaam’
Dit doe je vooral door zelfreflectie. Merk je dat je jezelf bekwaam acht in iets, maar krijg je regelmatig én van verschillende mensen te horen dat dit echt wel een werkpunt is, dan begin je je bewust te worden van je onbekwaamheid.
Van ‘bewust onbekwaam’ naar ‘bewust bekwaam’
Dit doe je vooral door de beslissing te nemen of je in het onbekwame bekwaam wil worden. Alleen jij kan die keuze voor jezelf maken, want om de beste en meest effectieve resultaten te boeken, zal je actief moeten zijn en willen leren.
Van ‘bewust bekwaam’ naar ‘onbewust bekwaam’
Nu je iets kan, wordt het tijd dat het een automatisme wordt. Zo hoef je niet meer bewust over je stappenplan na te denken. Het is een tweede natuur geworden.