Auteur: maarten@leanleadership.be

Wat is betrokkenheid?

Beluister hier de podcast van Lean Leadership over Betrokkenheid.

Over betrokkenheid

Betrokkenheid is een emotionele verbinding met het werk, het bedrijf, de organisatie waar je voor werkt.

Het betekent dat je een hart hebt voor de zaak. Je leeft mee. En ook: je denkt mee. En nog belangrijker: je voelt mee. Het kenmerk van betrokkenheid is dat het van binnenuit komt. Maar je kunt ook betrokken zijn op andere mensen of op wat er in de wereld gebeurt.

De betrokkenheid van de medewerkers in je bedrijf en je organisatiesucces gaan hand in hand. Want …

Hoe meer betrokken je personeel is hoe meer succesvol je bedrijf zal zijn. Hoe minder betrokken je medewerkers zijn hoe minder succesvol je bedrijf zal zijn.

Daarom kom je na het lezen van dit artikel dit te weten:

  • Wat is betrokkenheid?
  • Hoe verhoog je de betrokkenheid van het personeel in je organisatie.

Dit is belangrijke kennis, want zo weet jij hoe je jouw team zo succesvol mogelijk georganiseerd krijgt.

Wat is betrokkenheid?

Betrokkenheid of ‘commitment’ betekent dat een medewerker

  • zich verbonden voelt met de organisatie
  • en het werk met plezier doet.

Kortom, de medewerker houdt van de job én het bedrijf. De doelen van de organisatie zijn de doelen van de medewerker. De persoon zal er dus alles aan doen om die doelen te behalen.

Wat zijn betrokken medewerkers?

Betrokkenheid bij je personeel kan zich op verschillende manieren uiten. Maar je kan het wel merken aan het gedrag van je medewerkers. De betrokken medewerker …

  • is een ambassadeur voor je organisatie.
  • is niet alleen vastberaden, maar ondersteunt ook proactief en is kwaliteitsbewust.
  • zit er niets mee in om eens overuren te maken.
  • is trots op het bedrijf en draagt dit ook in de vrije tijd uit.
  • draagt bij aan de goede werksfeer en behandelt collega’s met respect.
  • helpt anderen.
  • is kritisch.
  • meldt zich niet vaak ziek.

Betrokkenheid toont verbinding met je organisatie. In tijden waarin veel jobs niet ingevuld geraken, is het zeer belangrijk om je personeel zo goed mogelijk aan je organisatie te verbinden.

Maak een betrokkenheidsanalyse

Betrokkenheid uit zich op verschillende niveaus. Ook zijn er verschillende onderliggende motieven die de betrokkenheid van een medewerker aanwakkeren. Opgelet: niet al deze motieven zijn positief en duurzaam.

Net daarom is het belangrijk om de betrokkenheid van je personeel te meten. Je zal merken dat er 4 groepen bestaan:

  1. De toppers zijn betrokken bij je organisatie én bevlogen bij het dagelijks werk.
  2. De ideologen zijn betrokken bij je organisatie, maar niet bevlogen in het dagelijks werk.
  3. De harde werkers zijn niet betrokken bij je organisatie, maar wel bevlogen in het dagelijks werk.
  4. De loontrekkers zijn niet betrokken bij je organisatie én niet bevlogen bij het dagelijks werk.

Bovenstaande toont dat er groepen medewerkers zijn die meer of minder betrokken en bevlogen zijn binnen je organisatie.

Maar er zijn ook verschillende vormen van betrokkenheid. Hieronder lees je welke dat zijn.

3 vormen van betrokkenheid

Er zijn drie vormen van betrokkenheid. Deze noemen we:

  1. Toegenegen betrokkenheid;
  2. Morele betrokkenheid;
  3. Noodzakelijke betrokkenheid.

Wat is toegenegen betrokkenheid?

In andere teksten wordt dit ook affectieve betrokkenheid genoemd. Het gaat hier om een medewerker die:

  • Zich identificeert met het bedrijf waarvoor hij/zij/die werkt;
  • Geloof of vertrouwen heeft in de organisatie en haar doelen;
  • Voelt bewust een ‘fit’ tussen zichzelf en de organisatie waarvoor hij/zij/die werkt;
  • Hij/zij/die ervaart bewust het gevoel nog lang voor de organisatie te willen werken.

Kortom, de medewerker schaart zich achter de missie en visie van je organisatie. Hij/zij/die voelt zich bovendien ook gewaardeerd.

Aandachtspunten voor de leidinggevende:

  • Waardeer de werknemer regelmatig om zijn/haar/diens werk;
  • Laat de werknemer voelen dat het gedane werk zinvol is én bijdraagt tot het succes van de organisatie.

Wat is morele betrokkenheid?

Dit wordt ook wel normatieve betrokkenheid genoemd. Het gaat hier om een medewerker die:

  • Vindt dat eenmaal aangenomen hij/zij/die ook bij de organisatie hoort te blijven;
  • Ervaart morele verplichting om goed te presteren;
  • Zou zich schuldig voelen als hij/zij/die de organisatie zou verlaten.

Kortom, deze medewerker is vooral blij dat hij een job heeft en zal deze ook niet zomaar opgeven. Deze vorm van betrokkenheid is wel minder kwalitatief dan de hierboven uitgelegde toegenegen betrokkenheid.

Aandachtspunten voor de leidinggevende:

  • Waardeer de werknemer regelmatig om zijn/haar/diens werk;
  • Laat de werknemer voelen dat het gedane werk zinvol is én bijdraagt tot het succes van de organisatie.
  • Pols naar de waarden van de werknemer en kijk hoe deze zouden kunnen matchen met de missie en visie van de organisatie. Wijs daar op een constructieve manier op. Zo kan je van de morele betrokkenheid omvormen naar meer affectieve betrokkenheid.

Wat is noodzakelijke betrokkenheid?

Dit wordt ook wel continuerende betrokkenheid genoemd. Het gaat hier om een medewerker die:

  • Waarvoor het verlaten van de organisatie nadelig zal zijn;
  • Afhankelijk is van het loon of de goede arbeidsvoorwaarden;
  • Niet zo makkelijk een nieuwe job zal vinden.

Deze medewerkers blijven dus vooral uit noodzaak voor de organisatie werken.

Aandachtspunten voor de leidinggevende:

  • Deze medewerkers kunnen erg ontevreden zijn en staan regelmatig weigerachtig ten opzichte van verandering.
  • Lokaliseer deze medewerkers en beoordeel de kwaliteit van hun werk.
  • Waardeer de medewerker om het gedane werk, maar durf ook waarschuwingen uit te delen en richting een exitgesprek te gaan wanneer het nodig is voor het bedrijf.

6 praktische tips om de betrokkenheid van je personeel te verhogen

  1. Communiceer een aansprekend doel, dat geeft energie en motivatie aan je werknemers. Het zorgt er ook voor dat werknemers beter weten wat de organisatie van hen verwacht.
  2. Betrek medewerkers op tijd bij beslissingen. Communiceer niet uitsluitend top-down wat er staat te gebeuren. Zeker bij belangrijke beslissingen is het goed om draagvlak te creëren. Betrek medewerkers uit de verschillende diensten van het bedrijf en leg hen het probleem uit. Hoe zouden zij het oplossen?
  3. Laat medewerkers hun eigen job invullen. Hoe denken zij dat zij zelf de organisatie het beste kunnen helpen?
  4. Deel het succes van het bedrijf regelmatig. Ook kleine successen. Zo krijgen de medewerkers het gevoel dat hun werk zinvol is en resultaat boekt. Dit is de ideale drijfveer om het nog beter te doen.
  5. Geef ruimte. Niets doodt de bevlogenheid en betrokkenheid van een medewerker meer als het gevoel dat er heel de tijd op de vingers gekeken wordt. Controleer niet overmatig. Maar geef vertrouwen aan de medewerker. Je hebt de persoon immers aangeworven omdat je ervan overtuigd bent dat hij/zij/die een aanwinst is voor het bedrijf.
  6. Geef voldoende feedback. En doe dat niet eenmaal per jaar, maar systematisch. Coach je medewerkers en vertel onmiddellijk wat je vindt van de resultaten die ze behalen. Blijf wel constructief.

Maarten en Caroline spreken in de podcast over:

  • wat betrokkenheid betekent, en ook wat het niet betekent;
  • hoe Maarten in het begin van zijn carrière met hart en ziel voor een werkgever werkte;
  • dat het product, de dienst en de maatschappelijke impact kunnen bijdragen tot betrokkenheid;
  • hoe ook collega’s en de werksfeer kunnen bijdragen;
  • dat transparante en de juist gekozen doelstellingen een belangrijke rol spelen;
  • hoe autonomie een belangrijke factor is om je betrokken te voelen;
  • dat Caroline zich in haar rijk gevulde carrière ook betrokken voelde;
  • in een betrokken omgeving moet er ruimte zijn om stommiteiten te begaan en ook om plezier te maken;
  • de invloed van een integere en beschermende manager;
  • dat alles verbonden is, maar dan ook alles;
  • hoe een goed functionerend performance systeem kan bijdragen.

Referenties:

geen

Beluister de podcast via YouTube:

Podcast Lean Leadership – Betrokkenheid

Henry Ford, de grondlegger van de massaproductie

Henry Ford was een Amerikaanse uitvinder en ondernemer. Hij maakte de auto beschikbaar voor iedereen. Als grondlegger van de massaproductie zorgde hij ervoor dat de auto goedkoper geproduceerd kon worden. Daarvoor konden enkel de happy few een wagen betalen..

In dit artikel leer je de ondernemer en uitvinder Henry Ford beter kennen. Ook lees je over het ontstaan van ‘de lopende band’, die massaproductie mogelijk maakte.

Henry Ford, de volhouder wint

Henry Ford (1863-1947) werd geboren in 1863 in Detroit. Hij startte in 1902 zijn allereerste automobielfabriek: de Detroit Automobile Company. Gezond bleek dat bedrijf niet te zijn, want het ging al snel failliet.

Ook zijn tweede bedrijf, de Henry Ford Company, was eenzelfde lot beschoren. Het was pas bij zijn derde bedrijf onder de naam Ford Motor Company dat Ford het gehoopte succes oogstte. Zijn Ford-T uit 1908 sloeg aan. Het was de allereerste auto ooit die van de band rolde.

Is Henry Ford de uitvinder van de lopende band?

Massaproductie was de sleutel tot zijn succes om de auto bij een breed publiek toegankelijk te maken. Daarvoor ontwikkelde hij een nieuwe techniek: de lopende band. Inspiratie zou hij gekregen hebben bij een bezoek aan een slachterij in Chicago. Een lijn vervoerde karkassen doorheen de slachterij. De arbeiders sneden telkens een onderdeel van het karkas af.

Forde herdacht dit principe, zodat het ook voor auto’s gebruikt kon worden. De eerste assemblagelijn realiseerde hij in 1913 en was bestemd voor de bekende T-Ford. Toegegeven: we weten ondertussen dat er al voor Ford bedrijven gebruik maakten van een soort van lopende band.

Wellicht wordt deze uitvinding aan hem toegeschreven door de enorme populariteit van zijn Ford-T. Een touw trok het chassis van de wagen door heel de fabriek. Arbeiders stonden langs deze ‘band’ en monteerden telkens een specifiek onderdeel op de auto. Toen Ford stopte met de productie van deze wagen, kostte die maar $ 380. Dat was toen erg weinig voor een auto.

Ford maakte hierdoor van de auto een betaalbaar vervoermiddel. Daarvóór kon enkel de ‘happy few’ deze auto kopen.

Massaproductie was revolutionair

Het idee van de lopende band was vernieuwend. Het idee om de prijs van een auto laag te houden door deze op grote schaal te produceren, was helemaal nieuw. Ford stapte dan ook af van het maatwerkidee. Elke consument kocht dezelfde Ford-T. Eenvoud stond centraal. Onderstaand citaat dat bijna iedereen kent, illustreert dit goed.

‘Any customer can have a car painted any colour that he wants as long as it is black.’ (Vertaling: elke klant kan een auto krijgen in de kleur die hij wil, zolang het maar zwart is.)

Een geleidelijk proces

De lopende band waarmee Ford de auto voor het brede publiek toegankelijk maakte, was er niet onmiddellijk. Ook Ford produceerde auto’s die op één plek werden gemonteerd. Auto’s werden in die tijd dus één voor één gemaakt. Hierdoor duurde het lang om een auto te maken. Met als gevolg dat de kostprijs hoog was.

Auto’s maken op verplaatsbare banken

In een volgende stap zette Ford de auto’s op banken. Men verplaatste deze banken van het ene team naar het andere team. Hoewel dit al de productietijd deed dalen, duurde het nog altijd best lang om een auto te maken. In dit stadium had Ford bijgevolg nog altijd nood aan geschoolde arbeidskrachten. Ook was het productieniveau nog te laag en de auto dus te duur.

De eerste stap naar automatisering

De productiviteit moest dus hoger liggen. Een eerste stap naar automatisering zette Ford door het uitvinden van machines, die ervoor zorgden dat er op korte tijd grote hoeveelheden auto’s geproduceerd werden. Massaconsumptie door massaproductie was immers Fords motto.

Die allereerste machines zorgden ervoor dat Ford de productie kon verhogen, maar hij was nog altijd afhankelijk van geschoolde arbeiders. Om het productieniveau nog te verbeteren en nog minder afhankelijk te zijn van dure werknemers was een verdere verfijning van het productieproces nodig. Ford zette daarbij volgende stappen:

  • De arbeiders werden opgesteld op vastgestelde stations.
  • Men verbond een sterk touw aan het chassis. Hierdoor verplaatste men de auto in wording van station naar station.
  • Hij maakte gebruik van verwisselbare onderdelen. Verwisselbare onderdelen zijn identieke onderdelen (zoals schroeven, bumpers, ramen, …) die in eender welke auto konden worden geplaatst. Helemaal anders dan het tot dan toe gekende maatwerk. Ook ongeschoolde arbeiders konden die verwisselbare onderdelen montere.
  • Hij experimenteerde met afloopbanen en transportbanden om een zo hoog mogelijke productie mogelijk te maken.

De lopende band

De laatste stap was een bewegende assemblagelijn. Die maakte het mogelijk dat een naakt chassis langsheen de lijn verschillende werkstations passeerde. Helemaal op het einde van de lijn rolden de afgewerkte wagens van de band.

De lopende band was revolutionair. Ford sloeg erin om elke 93 minuten een nieuwe auto van de band te laten rollen. Dat was in die tijd erg snel.

De winst die hij hiermee genereerde streek hij niet helemaal zelf op, want Ford was genereus. Ford koos er resoluut voor om het loon van zijn arbeiders meer dan te verdubbelen. Zijn werknemers kregen maar liefst $ 5 in plaats van de destijds marktconforme $ 2,34 per dag. De Wall Street Journal noemde dit destijds een economisch misdrijf.

Henry Ford versterkte zo de middenklasse

Die felle loonsverhoging deed Ford natuurlijk niet voor niets. Het zorgde ervoor dat zijn medewerkers, die deel uitmaakten van de middenklasse kapitaalkrachtiger werden. Logisch, want het was natuurlijk die middenklasse die zijn auto’s kocht. Andere bedrijven konden natuurlijk niet achterblijven, waardoor de hele middenklasse erop vooruitging en … Ford meer auto’s verkocht.

In 1927 werd de Ford-T opgevolgd door de Ford-A. Dit was een veel modernere auto met een 4-cilindermotor. Deze wagen was wel minder succesvol dan zijn voorganger, maar dat heeft ongetwijfeld te maken met de toegenomen concurrentie. Ford voelde ondertussen de hete adem van Chevrolet die een auto met 6-cilindermotor op de markt bracht. En dan moesten na de tweede wereldoorlog, de Japanse auto’s nog op de markt komen…

Psychologische veiligheid

Beluister hier de podcast van Lean Leadership over psychologische veiligheid.

Over psychologische veiligheid

Mensen moeten zich veilig en bekwaam voelen. Zo kunnen zij veranderen. Psychologische veiligheid helpt mensen defensief gedrag en leer-angst te overwinnen. Deze ontstaan als zij geconfronteerd worden met cijfers en feiten die hun verwachtingen en hoop tegenspreekt.

Psychologische veiligheid is een veilige haven. Of een veilige omgeving. Een bubbel waarbinnen mensen zonder complexen naar een verandering kijken. En ook hun gedrag durven aanpassen. Een omgeving waarin zij de kennis en tijd krijgen. Om gewoon te worden aan die verandering.

psychologische veiligheid
Het boek van Amy Edmondson

Om meer rust en stabiliteit in een organisatie te krijgen, is het belangrijk om menselijke waarden weer een hogere plaats te geven in de bedrijfscultuur. Medewerkers hebben nood aan verschillende dingen:

  • Zingeving: waarom werk ik voor dit bedrijf?
  • Purpose: waarom doe ik wat ik doe?
  • Geluk: vind ik wat ik doe leuk?
  • Rust: kan ik de tijd nemen om wat ik moet doen goed uit te voeren?
  • Psychologische veiligheid: kan ik vrijelijk met collega’s van gedachten wisselen?

‘Psychologische veiligheid’ bestaat al meer dan een halve eeuw

Managementfilosofen zoals Edgar Schein en Warren Bennis gebruikten de term al in 1965. Daarin wordt het woord vooral gebruikt in de context van transformaties. De onderzoekster Amy Edmondson zorgde ervoor dat psychologische veiligheid in de jaren negentig de actuele betekenis krijgt, namelijk: het gevoel dat je ideeën, problemen, fouten open en zonder argwaan met je teamleden kunt bespreken.

Hoe kwam Amy tot deze vaststelling? Ze deed in een ziekenhuis onderzoek naar fouten die gemaakt werden door zorgteams. Daarbij kwam ze tot de verrassende conclusie dat de ‘effectieve teams’ zogezegd meer fouten maakten dan de ‘slecht functionerende teams’.

Vreemd … Hoe kon dat? Amy Edmondson achterhaalde dat er in de effectieve teams door de teams zelf meer fouten werden gerapporteerd. Ze bespraken die fouten openlijk, zodat ze er samen iets uit konden leren. In deze teams is de psychologische veiligheid dus hoog, want de teamleden durven transparant te zijn over fouten.

Wat leren we hieruit? De psychologische veiligheid is hoog als:

  • Medewerkers open met elkaar in gesprek gaan over hun job.
  • Als ze aan elkaar vragen stellen.
  • Wanneer teamleden nieuwe ideeën durven lanceren.
  • Er ruimte is om een mening te delen of kritiek te uiten.

Kortom, je voelt je op je gemak binnen het team. Je durft je mond open te doen en je weet dat niemand het je kwalijk zal nemen.

Laat je niet wijsmaken dat psychologische veiligheid…

  • …gaat over lief zijn voor elkaar. Nee, integendeel. Je moet ook anderen durven wijzen op fouten en gebreken. De manier waarop moet wel constructief zijn.
  • …aangeboren is. Zowel introverten als extroverten binnen je team moeten zich er goed bij voelen. Anders is er géén psychologische veiligheid.
  • …hetzelfde is als vertrouwen. Met psychologische veiligheid gaat het over alle externe factoren die ervoor zorgen dat iemand zich op zijn of haar gemak voelt. Dat wil niet zeggen dat je iedereen zomaar vertrouwt in het team.
  • …gaat over het bijstellen van verwachtingen in functie van de zwakste schakel binnen een team. Nee, net niet. Het gaat over het creëren van een omgeving waarin iedereen eerlijk kan zijn.

In drie stappen naar meer psychologische veiligheid op de werkvloer

In haar onderzoek concludeert Amy Edmondson dat een organisatie meer psychologische veiligheid creëert door drie concrete stappen te zetten:

  1. Werk ‘anders’ framen. Ga niet praten over hoe iets gedaan wordt (de uitvoering), maar wat je van de uitvoering kunt leren. Dit zorgt ervoor dat er ruimte voor experiment en creativiteit ontstaat. Maar dat betekent ook dat het soms eens mis kan gaan. En dat mag ook, want niemand is onfeilbaar. Je mag twijfelen.
  2. Zorg dat dit allemaal bespreekbaar is. Met andere woorden: stimuleer discussie. Creëer wel spelregels, zodat de discussie beheersbaar blijft en over de taak of taken gaat en niet over een persoon. Op die manier zorg je ervoor dat iedereen zich kritisch durft opstellen en onzekerheden durft uiten.
  3. Daarom is het belangrijk dat je iedereen serieus neemt. Wat iemand zegt, is niet belachelijk. In tegendeel, die persoon zegt dit met een reden. Leer luisteren en wijs personen die de psychologische veiligheid in gevaar brengen terecht.

Psychologische veiligheid is goed voor je organisatie

Organisaties waarin de psychologische veiligheid hoog is, presteren doorgaans veel beter. Dat komt omdat er in psychologisch onveilige organisaties vaak een angstcultuur heerst. Mensen zwijgen er, omdat ze schrik hebben dat hun leidinggevende of baas hen anders negatief zal evalueren. Tegelijkertijd blijven fouten hierdoor langer onopgemerkt. Of nog erger: iedereen weet dat er iets grondig misgaat, maar niemand durft dit bespreekbaar te maken. Hierdoor blijft de ergernis sluimeren of die ergernis zwelt zelfs aan. Wil jij werken in een dergelijke organisatie?

Kortom, psychologische veiligheid heeft heel wat voordelen voor een organisatie, namelijk:

  • De organisatie organiseert zich steeds efficiënter.
  • Een medewerker hoeft niet voortdurend zelf risico’s te nemen, maar kan die onmiddellijk bespreekbaar maken.
  • Fouten komen sneller aan het licht en worden dus ook sneller opgelost.
  • Er ontstaat een open communicatiecultuur. Iedereen kan zijn of haar gedacht zeggen en wordt daarbij serieus genomen.

Psychologische veiligheid zorgt dus niet alleen voor gelukkige werknemers, maar ook voor beter presterende werknemers. Want er ontstaat een cultuur waarin alles bespreekbaar is en waarin iedereen voortdurend van elkaar en vanuit ervaringen leert.

Maarten en Caroline spreken in de podcast over:

  • wat psychologische veiligheid betekent;
  • het belang van kwetsbaarheid bij verandering;
  • wat 2 MIT professoren in 1965 vertelden over psychologische veiligheid;
  • hoe een psychologisch veilige omgeving er uit ziet, maar ook hier die er niet uitziet;
  • hoe Maarten een document “Document Menselijke Fout” ervaart;
  • de link tussen psychologische veiligheid en de comfortzone, want dat is toch zo belangrijk;
  • hoe fouten in het systeem mensen dwingt om te verdoezelen en fraude in de hand werkt;
  • hoe je een psychologisch veilige omgeving kan creëren, maar ook hoe je hier zelf aan kan bijdragen;
  • waarom kleine dingen bijdragen tot een veilige omgeving;
  • hoe grote dingen ook kunnen bijdragen tot een veilige omgeving;
  • de rol van de leider;
  • het gedrag van de leider;
  • wat een blaming culture of angstcultuur is;
  • hoe processen en tools kunnen helpen;
  • hoe kleine stappen en experimenten helpen om vernieuwing maar ook verandering veilig te maken;
  • dat “wendbaar zijn” een mooier woord is voor “falen” of toch niet.

Referenties:

Hier vind je het boek “De Onbevreesde Organisatie” van Amy Edmondson.

Zij vertelt hierin wat pyschologische veiligheid betekent. Het is het gevoel om vrijelijk met elkaar van gedachten te kunnen wisselen. Vragen te stellen. Ideeën opperen. Meningen uiten. Kritiek geven. Zij legt uit hoe je zo’n omgeving kan creëren. Amy legt uit hoe effectieve teams meer fouten maakten dan niet-effectieve teams. Effectieve teams bleken niet meer fouten te maken, maar zij waren meer geneigd om hun fouten te rapporteren en met elkaar te bespreken.

Beluister de podcast via YouTube:

Podcast Lean Leadership – Psychologische Veilighei

Tine Willemyns, oprichter van ‘Zinvol Samenwerken’

Beluister hier de podcast “De Werkvloer” met Tine Willemyns. Ze is oprichter van ‘Zinvol Samenwerken’.

Over Tine…

Tine denkt. Ze observeert. Tine analyseert. Ze visualiseert.

Tine is organisatiecoach en certified radical collaboration trainer. Ze is ook docent. Ze richtte vier jaar geleden een eigen onderneming op. Tine noemde die “Zinvol Samenwerken”. Met deze onderneming helpt ze bedrijven, organisaties en teams. Door hen te coachen in het beter en ook effectiever samenwerken.

Ze is gepassioneerd door organisatieprocessen en teamdynamieken. Ze maakte van die passie haar job.

In haar werk komt ze veel in contact met psychologische veiligheid. Psychologische veiligheid is nodig om een krachtig en ook betrokken team te creëren.

Ik geloof dat alle nodige kennis in elke organisatie aanwezig is.

Het is mijn taak, als organisatiecoach, om die kennis bij het team naar boven te brengen.

Tine Willemyns, organisatiecoach en oprichter “Zinvol Samenwerken”
Tine’s voorstelling van psychologische veiligheid

In de podcast vertelt Tine over:

  • wat een organisatiecoach precies doet en wat zij daar zelf van leert;
  • op welke manier zij met teams werkt, maar ook wat zij niet doet;
  • hoe het komt dat we als maatschappij meer en meer bezig zijn met sociologie of groepsdynamica;
  • de overtuiging dat alle nodige kennis steeds in elke organisatie aanwezig is;
  • waar haar onderneming ‘Zinvol Samenwerken’ voor staat;
  • hoe ze in haar schooltijd al in aanraking kwam met psychologische veiligheid;
  • dat psychologische veiligheid ook om verantwoordelijkheid nemen draait;
  • hoe je psychologische veiligheid kan herkennen;
  • dat psychologische veiligheid van twee kanten moet komen;
  • welke ingrediënten je nodig hebt om een veilige omgeving te creëren;
  • over leiderschap en zelfsturende teams;
  • het belang van het thuis-gevoel in organisaties, maar ook voor Tine zelf;
  • haar ambities op lange termijn;
  • haar zoektocht naar kennis en begrip;
  • de link tussen bio-ingenieur en groepsdynamiek, als die er al is;
  • wat radical collaboration is en ook wat het niet is;
  • haar ambities en haar toekomst.

Referenties:

Hoe maak je een goede stakeholdersanalyse?

Heel wat bedrijven leggen de focus op de klant. Wat wenst de klant? Wat eist de klant? Wanneer is de klant tevreden over de geleverde producten of diensten?

Dat is natuurlijk goed, want de klant is een belangrijke stakeholder. Maar … de klant is natuurlijk niet de enige stakeholder van een organisatie. Daarom is het goed om regelmatig een stakeholdersanalyse uit te voeren.

In dit artikel leer je hoe je dat praktisch aanpakt in vijf heel concrete stappen. Zo krijg je beter zicht op alle belanghebbenden van de organisatie. Denk daarbij niet alleen aan het personeel, de leveranciers en eventuele samenwerkingspartners, maar ook aan koepelorganisaties, de overheid en de media.

Wat is een stakeholder?

Een stakeholder is een belanghebbende. Deze partij heeft dus een belang bij de organisatie, een project, een probleem, …

We maken het concreter: een stakeholder is een partij die invloed ondervindt of kan uitoefenen op een specifieke organisatie of een onderdeel daarvan. De invloed die ze ondergaan of uitoefenen kan zowel positief als negatief zijn.

Anders gezegd: stakeholders zijn de mensen en organisaties die het bedrijf beïnvloeden of zelf door het bedrijf beïnvloed worden.

Veel voorkomende stakeholders zijn:

  • Klanten
  • Het management
  • Het personeel
  • Leveranciers
  • Investeerders
  • Belangengroepen
  • Vakbonden
  • Politici
  • Overheid
  • Pers
  • Potentiële leveranciers
  • Potentiële medewerkers
  • Potentiële klanten
  • Potentiële investeerders

Een stakeholdersanalyse in vijf stappen

  1. Breng je stakeholders in kaart
  2. Bepaal of het gaat om ‘primaire’ of ‘secundaire’ stakeholders
  3. Hoeveel invloed heeft elke stakeholder?
  4. Deel de stakeholders verder in.
  5. Bepaal wat de wensen en de eisen van de stakeholders zijn.

Stap 1: breng je stakeholders in kaart

Je kan je stakeholders op een eenvoudige manier in kaart brengen door het maken van een stakeholder map. Dit is een opsomming van alle stakeholders van je organisatie.

Tip: doe dit samen met een team van medewerkers uit verschillende afdelingen van het bedrijf.

Stap 2: bepaal of het gaat om ‘primaire’ of ‘secundaire’ stakeholders

Nu je zicht hebt op welke stakeholders er binnen je organisatie actief zijn, doe je er goed aan om deze verder te categoriseren. Er zijn twee categorieën:

  1. Primaire stakeholders of de belanghebbenden die een direct belang hebben bij het bedrijf (klanten, personeel, leveranciers, aandeelhouders, …)
  2. Secundaire stakeholders of de belanghebbenden die een indirect belang hebben bij het bedrijf (pers, overheid, vakbonden, …)

Een primaire stakeholder heeft vaak een grote invloed op het bedrijf en heeft ook een direct belang. Een aandeelhouder kan bijvoorbeeld stoppen met investeren als hij vindt dat het bedrijf niet snel genoeg ontwikkeld.

Een secundaire stakeholder heeft vaak geen of slechts een indirect belang bij het bedrijf, maar heeft wel invloed. Denk aan politici die nieuwe wetten stemmen of vakbonden die collectieve arbeidsovereenkomsten onderhandelen.

Met deze stakeholder map krijg je op een simpele manier zicht op welke belanghebbenden er allemaal actief zijn in de organisatie.

Stap 3: hoeveel invloed heeft elke stakeholder?

Nu je weet welke stakeholders er zijn in het bedrijf en wat voor soort belang deze hebben, ken je aan elke stakeholder twee scores toe:

  1. Een score voor belang (laag, matig, hoog of zeer hoog).
  2. Een score voor invloed (laag, matig, hoog of zeer hoog).

Stap 4: deel de stakeholders verder in

Op basis van die scores kan je een stakeholder toebedelen aan één van de vier categorieën. Deze zijn:

  1. De belangrijke spelers die de organisatie moet vertroetelen.
  2. De beïnvloeders die de organisatie best tevreden kan houden.
  3. De belanghebbenden die de organisatie best op de hoogte kan houden.
  4. De toeschouwers waaraan de organisatie weinig aandacht hoeft te besteden.

In een tabel ziet dit er zo uit:

Indeling van de stakeholders

Stap 5: bepaal wat de wensen en de eisen van de stakeholders zijn

Nu je weet tot welke groep elke stakeholder behoort, kan je de wensen en eisen van alle stakeholders opsommen. Die informatie bekom je uit direct contact met de stakeholder of uit bevragingen, zoals interviews en enquêtes.

Enkele voorbeelden van verschillende soorten van wensen en eisen bij stakeholders:

  • Klanten wensen een goed product of een goede dienstverlening vaak eisen ze ook dat een product kwalitatief, goedkoop, … is.
  • Medewerkers wensen te werken in goede arbeidsomstandigheden en dat ze loon naar werk krijgen. Ook wensen ze zich vaak persoonlijk te ontwikkelen door middel van opleiding.
  • Aandeelhouders willen dat de return on investment zo hoog mogelijk is en dat het bedrijf solvabel is.

Waarom is een stakeholdersanalyse nuttig?

In de eerste plaats omdat je zicht krijgt op alle belanghebbenden van een organisatie. Daarnaast kan het bedrijf ook gerichte, strategische keuzes maken en deze communiceren aan de belanghebbenden. Door te weten wie je stakeholders zijn, kan je beter inschatten wat hun reactie is wanneer je organisatie iets onderneemt.

De comfortzone, de veilige haven!

Beluister hier de podcast van Lean Leadership over de comfortzone.

Over de comfortzone

De comfortzone is een situatie waarbinnen iemand zich veilig en ontspannen voelt. Het bestaat uit dingen in je leven waaraan je gewend bent. Het is een soort routine die ons beschermt tegen mogelijk gevaar voor het onbekende en die ons helpt om een soort stress te vermijden.

Als je als bedrijf of organisatie wil verbeteren, betekent dit dat je door een verandering moet. Pijn voor die verandering is dan inherent aan de verandering of de verbetering. Het is dan taak om de pijn op de juiste manier te kanaliseren en het team op de juiste manier te leiden doorheen de pijn. Bewust zijn van die pijn en daar voldoende aandacht voor hebben, helpt hierbij.

Verandering en uit de comfortzone treden is een moeizaam proces. Heel wat bedrijven en organisaties zoeken naar manieren om daarmee om te gaan.

Je hoort het vaak: ‘om iets te bereiken, moet je uit je comfortzone stappen’. Alleen dan zal je een groots en meeslepend leven leiden (of dat wordt toch beweerd), maar het is ook een beetje eng … En dat is helemaal normaal. Bang zijn is helemaal niet erg. Uit je comfortzone stappen betekent dan ook niet dat je ergens voor vreest, maar het helpt je wel om iets te doen dat je belangrijk vindt. Ook al ken je niet altijd het eindresultaat …

Ben je altijd blij in de comfortzone?

Over het algemeen denkt iedereen dat de ‘comfortzone’ de zone is waar je altijd blij bent. In die opvatting bestaat de comfortzone uit:

  • Situaties die je leven aangenaam maken.
  • Situaties en acties die je comfortbel vindt.

Maar, veel psychologen vinden die definitie veel te beperkend. De comfortzone is niet enkel een plek waar het leuk vertoeven is. Het is volgens hen vooral een plek waar je normaal functioneert in je omgeving, omdat het een beschermingsmechanisme is tegen verandering.

Wat leren we hieruit? Routine beschermt je. Het helpt je om te blijven functioneren. Dus ook in normale situaties die niet zo leuk zijn. Op die manier vermijden we stress of spanning.

Kortom, dit psychologisch beschermingsmechanisme zorgt ervoor:

  • dat we verkiezen voor jobzekerheid;
  • een relatie die spaak loopt toch proberen te behouden;

Dat komt, omdat we het behoorlijk lastig vinden om het anders te doen. Iets anders doen is vreemd en brengt stress met zich mee. Waarom zou je die onzekerheid verkiezen?

Waarom zou je uit je comfortzone treden?

  • Je wilt je blijven ontwikkelen. Je creativiteit en intelligentie groeit enkel als je nieuwe dingen doet.
  • Je krijgt meer uitdagingen. Dit zijn ideale kansen om nieuwe vaardigheden aan te leren. Zo ontdek je dat je meer kunt dan je in eerste instantie dacht.

Met andere woorden: als je jezelf wil ontwikkelen op intellectueel of persoonlijk vlak is het belangrijk dat je regelmatig uit je comfortzone stapt. Zo leer je wat het leven ook nog zou kunnen zijn en kan je beter beoordelen of je het leventje dat je op dit moment leidt, wel het beste leven is.

Tip 1: neem kleine stappen

Denk nu niet dat je onmiddellijk van een duikplank van dertig meter hoog moet springen. Als je dat doet, kan het zijn dat je in de paniekzone komt en de hele ervaring als iets bijzonder slechts ervaart. Dan wil je dat niet nog eens meemaken. Het voelt aan alsof je faalt. Neem daarom kleine stapjes. Zo is de kans op succes veel groter en kan je stapje voor stapje meer uit je comfortzone treden.

Tip 2: doe regelmatig iets dat je ongemakkelijk vindt

Maak een lijst van dingen die je allemaal niet zou durven doen en probeer een keer per maand iets af te vinken door het net wel te doen. Je zal merken dat sommige activiteiten je inderdaad niets lijken, maar anderen dan weer wel … Ook ontmoet je vast nieuwe mensen en bereid je jouw netwerk uit. Tot slot leer je nieuwe dingen.

Tip 3: maak een langetermijnplan

Stel jezelf de vraag: waar wil ik over, vijf, tien of vijftien jaar staan? Stel je vervolgens deze vraag: is dat realistisch met de competenties die ik vandaag heb? Nee? Wat zou je jezelf moeten aanleren? Maak nu een plan. Zo kan je stap voor stap aan je droom werken.

Uit je comfortzone stappen, betekent nieuwe dingen doen en jezelf nog beter leren kennen. Stap dus vandaag nog uit je comfortzone om jezelf te ontplooien. Dit kan zowel op professioneel als persoonlijk vlak zijn. Zo word je een betere versie van jezelf en kan je beter je dromen najagen.

Maarten en Caroline spreken in de podcast over:

  • waarom een podcast opnemen voor Maarten betekent dat hij uit zijn comfortzone moet komen;
  • dat het niet makkelijk is om deze te verlaten;
  • hoe het helpt die comfortzone met kleine stapjes te verlaten;
  • dat de pijn van verandering verdragen een must is om te kunnen veranderen;
  • hoe ook macho’s van 60 durven zeggen dat ze niet durven veranderen;
  • een al of niet geslaagde definitie ;
  • dat het in de comfortzone niet altijd aangenaam is, maar wel interessant;
  • hoe het helpt voor een organisatie om gewoon te zijn om te veranderen;
  • tips om je organisatie uit de comfortzone te laten breken.

Referenties:

geen

Beluister de podcast via YouTube:

Podcast Lean Leadership – De Comfortzone

Lean Leadership

Lean Leadership is een samenwerking tussen Maarten Bossers van MassaConsult en Caroline Massa van Bambootree.

Wij geloven in organisaties die een klimaat van positieve en ondersteunende energie en toewijding nastreven. Hierdoor kunnen medewerkers hun beste werk leveren zodat individu, team, organisatie en maatschappij hiervan de vruchten plukken. Lean Leadership, let’s create engagement!

Bezoek zeker eens de website – www.LeanLeadership.be.

Wat is het verschil tussen missie en visie?

In een missie en visie van een organisatie lees je wat het bedrijf doet en hoe het dat doet. Kort beschouwd zijn de missie en visie van een organisatie een leidraad voor deze organisatie. Van de strategie tot loutere uitvoerende taken.

In dit artikel kom je te weten wat een missie en visie zijn. Die twee woorden worden nu vaak in één adem genoemd, maar er is weldegelijk een verschil in betekenis.

Wat is een missie?

Een missie van een organisatie vertelt waarom de organisatie bestaat. Het zegt ook wat de waarden, normen en identiteit van die organisatie zijn. Eigenlijk is de onderliggende vraag bij het maken van een missie deze: Waar staat het bedrijf voor?

Hoewel een missie doorheen de jaren ‘meegroeit’ met het bedrijf, is het ook wel een blijvend iets. Een missie verandert namelijk niet om de haverklap. Dat kan ook niet als het de échte motivator wil zijn van het bedrijf.

Anders gesteld: de missie ligt aan de basis van de organisatie. Sommigen noemen het zelfs het fundament. Het is dé droom waarom een ondernemer ooit met een bedrijf is begonnen.

Een missie is tijdloos, al kunnen er wel wijzigingen gemaakt worden op basis van ‘lessen uit het verleden’. Een missie vertelt vooral wat een organisatie is. De blik is dus naar binnen gericht. Kortom, een missie vat samen waarom een bedrijf bestaat.

Stel jezelf deze vragen bij het formuleren van een missie

De Canadese managementwetenschapper Christopher Bart zegt dat een missie moet beantwoorden aan zes kernvragen die hij onderverdeelt in drie categorieën:

Activiteitsdomein

  • Waar willen we actief zijn?
  • Wie zijn we en willen we zijn?

Doelstellingen en strategie

  • Wat willen we voor onze stakeholders bereiken?
  • Hoe willen we onze doelstellingen bereiken?

Waarden, normen en cultuur

  • Hoe willen we met elkaar omgaan?
  • Hoe willen we met de omgeving omgaan?

De grote valkuil: niemand kent de missie

Neem de proef maar eens op de som. Vraag eens binnen een organisatie aan verschillende medewerkers en stakeholders wat de missie van je organisatie is. Je zal vaak héél verschillende antwoorden krijgen, omdat iedereen dit vanuit zijn of haar perspectief bekijkt. Maar … dan kan je evengoed géén missie hebben natuurlijk.

Managementwetenschappers Desmidt & Heene stelden al in 2005 vast dat een missie van een bedrijf vaak banaal en weinig onderscheidend is. Ze geven 4 concrete tips om deze grote valkuil te vermijden:

  1. Houd de missie beknopt, want zo is de kans groter dat iedereen ze onthoudt.
  2. Wees ambitieus, want zo staat iedereen op de toppen van zijn tenen.
  3. Wees concreet, want zo heb je een permanente toetssteen voor nieuwe plannen en daden. De organisatie is dus niet ‘hol’.
  4. Durf controversieel te zijn, want zo maak je het onderscheid. Dit maakt je anders dan je directe concurrenten.

Wat is een visie?

Zoals je nu weet, verwoordt de missie de toekomstdroom van het bedrijf. Maar wat is de visie dan precies? Feitelijk kan je de visie zien als het concretiseren van de missie gedurende een periode. In die periode wordt de visie ook voortdurend geëvalueerd en wanneer nodig bijgesteld. Met andere woorden: de visie is het kompas van de organisatie. Wat willen we nu bereiken en waarom?

Waarom je een visie voor je bedrijf moet formuleren

Een visie is niet onbelangrijk, want:

  1. Een visie laat het bedrijf zich onderscheiden ten opzichte van concurrenten. Wat maakt bedrijf X anders dan bedrijf Y?
  2. Een visie geeft het bedrijf richting. Wat doen we nu en waarom?
  3. Een visie geeft sturing.

Het is niet onbelangrijk dat een bedrijf aan de wereld om zich heen vertelt waarom het iets op een bepaalde manier doet. Met andere woorden een bedrijf vertelt aan de buitenwereld waar het naartoe wil groeien. Zeker in concurrentiële sectoren zoals bijvoorbeeld de luchtvaart, IT- of de automobielindustrie is dat belangrijk. Een visie laat het bedrijf zich onderscheiden ten opzichte van zijn concurrenten.

Maar het heeft ook een impact op het managen van een bedrijf. Een visie laat zien welke blik de organisatie werpt op de buitenwereld en waar het bedrijf naartoe wil. Een visie tekent dus het kader uit waarbinnen de organisatie op dit moment opereert. En het heeft dus implicaties op alle businessdomeinen van financiën tot personeelsbeleid, van marketing tot sales. Een visie geeft dus richting.

Maar ook sturing, want de visie is een concretisering van de missie van een bedrijf gedurende een specifieke periode. In een visiedocument neemt de bedrijfsleider of het management vaak ook doelstellingen op en vertelt ze hoe ze die willen behalen.

Een visie heeft een houdbaarheidsdatum en wordt gedurende een specifieke periode gebruikt. De blik is daarbij gericht op de toekomst. De centrale vraag van de visie is: wat kunnen we (nu) betekenen? Om die vraag te beantwoorden kijkt een bedrijf naar buiten, naar de markt. Een visie vertelt dus waarvoor een bedrijf (in een specifieke periode) gaat.

Stel jezelf deze vragen bij het formuleren van een visie

  • Wat willen we bereiken?
  • Wat zijn onze kernwaarden?

Betrek je medewerkers bij het formuleren van de missie en visie

Het kan lijken dat je een missie en een visie op een uurtje tijd kunt neerschrijven, maar dat is niet zo. Als je deze oefening goed wilt maken, is dit een proces dat tijd kost. Idealiter formuleer je een nieuwe missie en visie met de medewerkers uit alle regionen van het bedrijf. Op deze manier zorg je immers voor draagvlak, want het hele bedrijf voelt zich gehoord bij het bepalen van de missie en visie.

In 5 stappen naar de missie en visie

  1. Bepaal wat je organisatie (goed) doet.
  2. Vertel hoe je organisatie dat doet.
  3. Droom: wat wil je met je organisatie bereikt hebben over één, vijf, tien jaar?
  4. Formuleer dat concreet: over 7 jaar …
  5. Maak een gedetailleerd actieplan, want anders behaal je nooit je doelen.

Arnout Orelio, schrijver van ‘Mensen Beter Maken’

Beluister hier de podcast “De Werkvloer” met Arnout Orelio, schrijver van de boekenserie ‘Mensen Beter Maken’.

Over Arnout…

Arnout is coach, mentor, schrijver, columnist, auteur, consultant, leraar én student. Hij begeleidt de zorgsector bij het steeds beter worden. Arnout daagt daarom mensen uit om de manier waarop ze werken te verbeteren én daar zelf over na te denken. Doorbreek het status quo!

Arnout leerde de lean technieken kennen als jonge teamverantwoordelijke in de automobielsector. Hij maakte later succesvol de sprong naar de zorgsector.

Hij schreef de boekenserie ‘Mensen Beter Maken’. Deze serie beschrijft hoe de zorgsector aan de hand van Lean beter kan worden gemaakt. Hij focust hierin op gedrag, leiderschap en cultuur.

In ‘Mensen beter Maken’ leer je over continu verbeteren, met respect voor mensen. Dit vraagt leiderschap, gericht op procesverbetering en persoonlijke ontwikkeling van jezelf en anderen.

Bescheiden leiders zijn leiders die accepteren dat ze niet alles weten. Deze ingesteldheid is nodig om op zoek te gaan naar de feiten, naar hoe het werkproces echt in elkaar zit.

Arnout Orelio, schrijver van ‘Mensen Beter Maken’
Arnout en Maarten in Helmond.

In de podcast vertelt Arnout over:

  • het verschil tussen werken in Nederland en in Vlaanderen;
  • waarom mensen meekrijgen iets anders is dan projectmanagement;
  • waarom je de echte problemen op de werkvloer moet gaan bekijken;
  • hoe en waarom hij de automobielsector inruilde voor de zorgsector;
  • hoe hij als jonge consultant het vak ‘lean management’ leerde;
  • welk verschil hij in en voor de zorgsector wil maken, en of dat ook lukt;
  • welke drempel hij over moest om in deze sector te kunnen starten;
  • wat het verschil is tussen een (lean) klant en een patiënt;
  • hoe de lean filosofie vertaald kan worden naar de zorgsector;
  • waarom hij boeken schrijft, maar ook of hij er nog zal schrijven;
  • hoe bescheiden leiderschap kan bijdragen tot een cultuur van continu verbeteren;
  • hoe een goede leider een coach, facilitator en mentor moet zijn;
  • wat een nieuwe plantmanager moet doen om leiderschap optimaal in te zetten;
  • de metafoor van de rivierdelta;
  • waar zijn motor van aangaat, maar ook waar van niet;
  • de effectiviteit van Usain Bolt;
  • wat hij persoonlijk nog wil realiseren maar ook of hij daar de tijd voor zal vinden.

Referenties:

Een SWOT-analyse brengt de sterktes en zwaktes van je organisatie in kaart

Leidinggevenden en managers kennen het wel: de SWOT-analyse. Het is een analysemodel waarbij je sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen van je organisatie, afdeling of team in kaart brengt.

Na het lezen van dit artikel weet je…

  • wat een SWOT-analyse is
  • hoe je sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen definieert
  • hoe je een goede SWOT-analyse maakt

Wat is een SWOT-analyse?

Een SWOT-analyse is een eenvoudige analysetool waarmee je de sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen in kaart brengt. De letters SWOT verwijzen ook naar de Engelse benamingen van deze vier categorieën:

  • strenghts = sterktes
  • weaknesses = zwaktes
  • opportunities = kansen
  • threats = bedreigingen

Een SWOT-analyse of kortweg SWOT is een methode waarbij zowel een interne als externe analyse gemaakt wordt op basis van informatie waarover je organisatie, je afdeling of je team beschikt.

Schematisch ziet dit er zo uit:

Bron schema: Vlaams Agentschap voor Innoveren en Ondernemen

In wat volgt, kom je te weten wat de SWOT-analyse precies verstaat onder ‘sterktes’, ‘zwaktes’, ‘kansen’ en ‘bedreigingen’. De analyse van je sterktes en zwaktes noemen we de interne analyse. Die van de kansen en bedreigingen de externe analyse.

Interne analyse

Sterktes

De sterktes van je organisatie, afdeling of team zijn de dingen die je organisatie, afdeling of team zelf in de hand kan houden (de omgeving heeft er dus weinig of geen invloed op) en je doet het beter dan je meest directe concurrenten. Het kan dus gaan om:

  • Een goede naamsbekendheid (imago)
  • Innovaties waarop je patenten hebt liggen
  • Een uitgebreid aanbod aan producten en/of diensten
  • Een uitstekend productieproces

Zwaktes

De zwaktes van je organisatie, afdeling of team zijn de dingen die je organisatie, afdeling of team zelf in de handen kan houden, maar die je minder goed doet dan de concurrenten. Het kan dus gaan om:

  • Te weinig gekwalificeerd personeel
  • Slecht time-management
  • Slechte bereikbaarheid van je pand
  • Een minder divers portofolio of productengamma

Let op: sterktes kunnen zwaktes zijn en omgedraaid

Hè? Wat zeg je nu? Wel, een winkeluitbater kan zijn ruim assortiment als een sterkte beschouwen, want net dat zorgt ervoor dat er veel klanten in zijn winkel komen. Maar op termijn kan dit financieel misschien niet houdbaar zijn omdat hij te veel producten inkoopt, maar uiteindelijk niet verkoopt. Feitelijk is dit dus een zwakte: slecht voorraadbeheer.

Externe analyse

Kansen

De elementen of veranderingen in de (directe) omgeving van je organisatie, afdeling of team die kunnen zorgen voor groei. Het kan dus gaan om:

  • Een nieuwe wijk om de hoek van je winkel, want potentieel meer klanten.
  • Een directe concurrent die een faillissement aanvraagt.
  • Premies die de overheid uitschrijft.

Bedreigingen

De elementen of veranderingen in de (directe) omgeving van je organisatie, afdeling of team die het voortbestaan ervan hypothekeren. Het kan dus gaan om:

  • Strengere wetgeving van de overheid die nieuwe minimumvoorschriften oplegt.
  • Coronacrisis
  • Een concurrent die goedkoper is of juist vernieuwender is

Stap voor stap zelf een SWOT-analyse maken

Uit bovenstaande leren we dat een SWOT-analyse je helpt om de markt waarin je actief bent beter te leren kennen en begrijpen. Het is de ideale tool om doelstellingen te formuleren en je organisatiestrategie te bepalen. Het helpt je om de koers te bepalen van je organisatie, afdeling of team.

Maar hoe begin je eraan? In wat volgt leggen we je stap voor stap uit hoe je een SWOT-analyse uitvoert. Het voorbeeld van een muziekwinkel in de stad helpt om elke stap meteen heel concreet te maken.

Dit zijn de 5 stappen die je moet doorlopen voor een goede SWOT-analyse:

  1. Maak de interne analyse
  2. Maak de externe analyse
  3. Maak een SWOT-tabel
  4. Maak een confrontatiematrix
  5. Bepaal je strategie

1. Maak de interne analyse

Benoem de sterktes en zwaktes van je organisatie. Denk daarbij aan:

  • Wat doe je beter dan je concurrenten?
  • Wat doen je concurrenten beter dan jou?

Het is normaal dat je sterktes wilt overwaarderen en zwaktes wilt minimaliseren, maar probeer je echt te houden aan de feiten. Wees dus objectief. Zo haal je het meeste uit je analyse.

Tip: vraag ook aan enkele collega’s, een goede samenwerkingspartner, leveranciers of klanten hoe zij de samenwerking of zakenrelatie met jou ervaren. Wat vinden zij goed? Wat kan volgens hen beter?

De muziekhandelaar in de stad noteerde volgende sterktes en zwaktes:

  • Sterktes: klantvriendelijkheid, personeel met veel muziekkennis, veel terugkerende klanten
  • Zwaktes: het personeel nadert de pensioenleeftijd, het pand is te klein voor een heel groot assortiment, er hangt een muffe geur in het pand

2. Maak de externe analyse

Benoem de kansen en bedreigingen van je organisatie. Denk daarbij aan:

  • Wat zijn elementen in mijn omgeving, bij mijn partners, bij mijn concurrenten die ervoor zorgen dat ik vooruitga?
  • Wat zijn elementen in mijn omgeving, bij mijn partners, bij mijn concurrenten die ervoor zorgen dat ik achteruitga?

Tip: raadpleeg ook je collega’s, samenwerkingspartners, leveranciers en klanten. Wat vinden zij dat je beter of minder goed doet dan concurrenten?

De muziekhandelaar in de stad noteerde volgende kansen en bedreigingen:

  • Kansen: een faillissement van een concurrent in de buurt, een gezellig jazzcafé in de buurt, …
  • Bedreigingen: het online gemak om muziek te downloaden of te streamen, langdurige werken in de straat, …

3. Maak een SWOT-tabel

De interne en de externe analyse samen wordt de situatieanalyse genoemd. Deze kan je makkelijk weergeven in een SWOT-schema. Probeer daarbij telkens de belangrijkste sterk, zwakte, kans en bedreiging bovenaan te zetten. Zodat de hoogste prioriteit steeds bovenaan staat.

Voor de muziekhandelaar in de stad ziet het SWOT-schema er zo uit:

Sterktes

– Veel terugkerende klanten
– Klantvriendelijkheid
– Personeel met veel muziekkennis
Kansen

– Een faillissement van een concurrent in de buurt
– Een gezellig jazzcafé in de buurt

Zwaktes
– Personeel nadert pensioenleeftijd
– Het pand is te klein voor een groot assortiment
– Er hangt een muffe geur in het pand
Bedreigingen
– Het online gemak om muziek te downloaden of
te streamen
– Langdurige werken in de straat.

4. Maak een confrontatiematrix

Een confrontatiemix is een stap verder dan het SWOT-schema. In deze confrontatiematrix confronteer je de belangrijkste sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen met elkaar. Zo ontdek je wat je ‘fit’ of ‘aansluiting’ met de markt is. Dit is het vertrekpunt om je strategie te bepalen in stap 5.

Voor het voorbeeld van de muziekhandelaar in de stad hebben we de belangrijkste sterkte of zwakte geconfronteerd met de belangrijkste kans of bedreiging. We beoordelen telkens hoe kansrijk (+ of ++), neutraliserend (0) of bedreigend (- of –) deze confrontatie is. Nadien wordt de totaalscore gegeven die toont of je organisatie meer kansen of bedreigingen heeft. Juist heel sterk staat of zwak.

We maken het concreet.

 Kansen
Een faillissement van een concurrent
in je buurt
Bedreigingen
Het online gemak om muziek
te downloaden of te streamen
Totaal
Sterktes
Veel terugkerende klanten
+++
Zwaktes
Personeel nadert pensioenleeftijd
+
Totaal+++ 

5. Bepaal je strategie

Nu moet je je de vraag stellen wat je uit de confrontatiematrix leert. Wat zijn de opvallendste verbanden? Waar wil je wat aan doen of juist bevorderen? Bedenk daarbij doelstellingen en acties en noteer deze in een plan.

Kijk weer naar de muziekhandel in de stad.

  • Hoe kan de muziekhandel zijn personeel van muziekexperten inzetten om opgewassen te zijn tegen de online muziekindustrie?
  • Hoe kunnen de terugkerende klanten zorgen dat de buurt eerder in de muziekhandel muziek koopt dan online?

Door antwoorden te formuleren op dit soort actiegerichte vragen, krijg je een goed beeld van je concurrentiepositie. Afhankelijk van de confrontatie kan je doorgaans 4 strategieën hanteren:

  1. Groeien, want je kansen vallen precies samen met je sterktes.
  2. Verdedigen, want je sterktes kunnen je bedreigingen afweren.
  3. Verbeteren, want je zwaktes voorkomen dat je bepaalde kansen volledig kunt benutten.
  4. Terugtrekken of afstoten, want je zwaktes en bedreigingen vallen samen.

De Eisenhowermatrix helpt je prioriteiten te stellen

Van managers tot teamleaders, van bedienden tot arbeiders, allen hebben het regelmatig lastig om de juiste prioriteiten te stellen. Dat is nochtans belangrijk, want het werk dat wél gedaan moet worden blijft zo liggen …

Hoe stel je dan wel de juiste prioriteiten? Na het lezen van dit artikel weet je niet alleen wat de Eisenhowermatrix is, maar ook hoe je dit handige schema in vijf stappen toepast voor een beter time-management op de werkvloer.

Wat is de Eisenhowermatrix?

De voormalige Amerikaanse president Dwight D. Eisenhower zocht tijdens zijn presidentschap naar een methode om de enorme hoeveelheid van taken te ordenen. Hij kwam tot de conclusie dat ‘dringende zaken zelden belangrijk zijn en belangrijke zaken zijn zelden dringend.’

Onder ‘belangrijk’ begrijpt Eisenhower taken die gedaan moeten worden. Met ‘dringend’ of urgent bedoelt Eisenhower taken die ‘nu’ of op ‘zeer korte termijn’ uitgevoerd moeten worden. Zo komt hij tot het schema met vier kwadranten:

  1. Je doet zo snel mogelijk wat belangrijk EN dringend is.
  2. Je plant in wat belangrijk, maar NIET dringend is.
  3. Je delegeert wat (voor jou) NIET belangrijk, maar WEL dringend is.
  4. Je stoot af wat voor NIEMAND belangrijk, noch dringend is.

Dat ziet er zo uit:

Dit werd later door managementwetenschappers zoals Stephen Covey de Eisenhowermatrix of het Eisenhowerschema genoemd. Tot op vandaag wordt dit schema als een belangrijke tool beschouwd om prioriteiten te stellen.

Dringende zaken zijn zelden belangrijk en belangrijke zaken zijn zelden dringend.

Dwight D. Eisenhower

Hoe gebruik je het Eisenhowerschema op de werkvloer?

Hoe kan je deze Eisenhowermatrix op de werkvloer gebruiken? Eenvoudig: door jezelf deze vragen te stellen:

  • Moet deze taak nu gebeuren of kan dit nog even wachten?
  • Moet ik deze taak uitvoeren?

Ook dat kan je in een handig schema weergeven:

In wat volgt, kom je meer te weten over elk kwadrant.

Het stresskwadrant: nu doen (belangrijk en dringend)

Dit gaat om belangrijke taken die jij moet uitvoeren en de deadline ervan is wel heel nabij. Niet voor niets wordt dit kwadrant ook wel het stresskwadrant genoemd. Het werk dat hier terechtkomt, moet zo snel mogelijk gedaan worden. Stel je het uit dan heeft dit niet alleen gevolgen voor jou, maar voor de hele organisatie.

Aan wat voor taken denken we dan?

  • Een deadline die wel heel dichtbij is gekomen.
  • Een noodgeval op de werkvloer.
  • Een conflict tussen twee medewerkers dat je moet oplossen.
  • Maar ook: een taak die je te lang hebt uitgesteld.

Kortom, het gaat om taken die je dringend moet uitvoeren, want anders wachten er grote problemen. Dat brengt de nodige stress met zich mee.

Net daarom raden managementwetenschappers aan om zoveel mogelijk uit dit kwadrant te blijven. Dit doe je door werkzaamheden tijdig in te plannen (kwadrant 2) of te delegeren (kwadrant 3) en tijd te investeren in wat een hoger doel draagt.

Het stress-kwadrant wordt ook wel het ‘brandjes-blus’-kwadrant genoemd.

Het kwaliteitskwadrant: later doen (belangrijk, maar niet dringend)

We noemen dit het kwaliteitskwadrant omdat we hier tijd geven aan de taken die op langere termijn zeer belangrijk zijn. Door deze tijdig in te plannen en uit te voeren, vermijd je dat je ad hoc moet werken. Een ad-hoc-ratie zorgt er immers voor dat je enkel maar in het stresskwadrant blijft hangen, want je doet de ene na andere taak.

Om in het kwaliteitskwadrant te geraken maak je een goede planning naar prioriteit. Je maakt die planning niet alleen, maar je volgt die planning ook. Daarnaast is er ook ruimte voor andere taken zoals:

  • Het bijhouden van administratie.
  • Je bijscholen.
  • Tijd om documenten te archiveren of op te ruimen.
  • Tijd om andere taken in te plannen.
  • Monitoren van werkzaamheden.

Door een goede planning kan je zoveel als mogelijk in het kwaliteitskwadrant blijven. Hierdoor dien je voortdurend het hoger doel. Voor je organisatie, maar ook voor jezelf.

Het kwadrant van misleiding: delegeren (niet belangrijk, maar dringend)

Zeker als manager moet je je voortdurend de vraag stellen of iemand anders die taak kan of wil doen. Als manager of leidinggevende komt er zoveel op je af. Je kan niet alles alleen doen. Daarom zal je moeten delegeren.

Belangrijk: delegeren betekent niet dat je een taak afschuift. Maar op die manier stel je iemand in staat om zich in een taak te ontwikkelen. Daar bovenop creëer jij tijd voor taken die belangrijk zijn.

De taken die in dit kwadrant komen, zijn taken die wel urgent zijn en moeten gebeuren, maar die (voor jou) niet belangrijk zijn. We hebben ‘voor jou’ in de vorige zin bewust tussen haakjes geplaatst, want vaak zijn ze wel belangrijk voor een anderen. Denk aan:

  • Telefoontjes of mailtjes met dringende verzoeken.
  • Een zoveelste meetingverzoek.

Je zegt vaak toe op dit soort taken, omdat je dit als belangrijk ervaart. Dat komt omdat het druk op jou legt. Hierdoor voelt het dringend aan. Het moet – nu – gebeuren. Maar is het belangrijk voor jou? Vaak niet. Daarom noemen we dit kwadrant ook wel het kwadrant van misleiding.

Zeker als je een leidinggevende bent, kan je dit soort taken delegeren aan een medewerker uit je team. Die persoon laat je natuurlijk niet aan zijn of haar lot over. Maar je plant een kort rapportagemoment in wanneer dit zinvol is.

Stel je dus bij elk verzoek kritisch de vraag of dit belangrijk is voor jou. En zo niet, wie in je team deze taak eventueel op zich kan nemen.

Het vluchtkwadrant: afstoten (niet belangrijk en niet urgent)

Het laatste kwadrant is het vluchtkwadrant. Dit is het vakje waar je beter nooit vertoeft. Waarom niet? De taken zijn niet belangrijk en ook niet dringend. Eigenlijk gaat het hier om tijdverspilling.

Het gaat hier om taken die je niet vooruithelpen, maar die vaak wel energie slurpen. En veel. Je voelt je vaak leeg. Op.

Voor de duidelijkheid het gaat hier niet om nuttige ontspanningsbezigheden zoals het uitoefenen van hobby’s en sport. Het kijken van een film die je erg graag wilt zien, kan dus zeer zinvol zijn. Maar het gaat wel om dit soort tijdsverspilling:

  • Uurtjes tv-zappen
  • Scrollen op sociale media
  • Junkmail controleren
  • In gesprek blijven met een praatgrage collega

Uit onderzoek blijkt dat als je vaak in het stresskwadrant vertoeft je ook veel tijd spendeert aan het vluchtkwadrant. Blijf je dus altijd de vraag stellen of iets ergens toe doet. Is het antwoord nee, dan stoot je het beter af, want anders voel je je vroeg of laat totaal zinloos.

5-stappenplan om het Eisenhowermatrix zelf te gebruiken

We sluiten dit artikel af met een kort 5-stappenplan waarin we je stap voor stap uitleggen hoe je het Eisenhowerschema zelf in de praktijk brengt. De 5 stappen zijn:

  1. Verzamel al je taken
  2. Plot minimaal 1x per week al je taken in de 4 kwadranten
  3. Begin met de taken in het stresskwadrant, want die moeten nu gebeuren.
  4. Ga verder met de taken in het delegeerkwadrant, want die deadlines naderen ook.
  5. Spendeer de rest van je tijd in het kwaliteitskwadrant en werk aan jezelf.

STAP 1: Verzamel al je taken

Probeer minimaal eenmaal per week een lijst te maken van al je taken. Zo heb je een overzicht op wat er allemaal zou moeten gebeuren en voor jou belangrijk is. Heb je alle taken verzameld? Dan kan je door naar stap 2.

STAP 2: Plot minimaal eenmaal per week al je taken in de 4 kwadranten

Het gaat hier uiteraard om de 4 kwadranten uit de Eisenhowermatrix:

  • nu doen (en zelf doen),
  • delegeren (dringend, maar iemand anders laten doen),
  • later doen (plannen + uitvoeren) en
  • nooit doen (tijdverspilling, want niet belangrijk en niet dringend).

Voor je naar stap 3 gaat moet je wel twee dingen doen:

  1. De taken die in het laatste kwadrant schrap je van je lijst, want die zijn overbodig.
  2. Breng de relevante personen op de hoogte van de taak die je naar hen delegeert en geef hun ook een realistische deadline.

STAP 3: Werk de taken in het stresskwadrant af

Voer de taken in dit kwadrant in volgorde van urgentie uit.

Als alle taken voltooid zijn, kan je naar stap 4.

STAP 4: Ga verder met het delegeerkwadrant

Volg je medewerkers op. Zijn er problemen? Loopt alles volgens plan. Ontvang je tijdig de gewenste resultaten?

Als alle taken voltooid zijn, kan je naar stap 5.

STAP 5: Spendeer zoveel mogelijk tijd in het kwaliteitskwadrant

Hier kan je zinvolle taken opnemen. Denk aan het voorbereiden van een belangrijke meeting of presentatie. Maar ook aan tijd die je voor jezelf houdt om jezelf te ontwikkelen of zinvolle tijd te besteden met vrienden en familie.

Plan ook tijdig je volgende taken in.

Tip: check elke avond of je op schema zit. Ja: prima zo! Nee? Stuur je planning dan bij.

Veel succes met het toepassen van de Eisenhowermatrix.

Maak kennis met Lean Leadership

Download het e-book!